Nederlandse herdershond genoemd hondenmanagersHerder, verwijst naar de herdershonden, maar vanwege zijn kwaliteiten wordt het vaak gebruikt als een hulphond. Helaas is dit ras niet wijdverspreid en kan het als zeldzaam worden beschouwd.
Eigenlijk is het al bij de naam duidelijk in welk land de Nederlandse herder is gevormd. Foto's van de hond die je in het artikel ziet.
Сложно сказать, по какой причине порода не werd verspreid. Een verbazingwekkende parallel waar hondenmanagers waarschijnlijk nooit een verklaring voor zullen geven, is de herkenning en verspreiding van een hond in zijn thuisland en het niet herkennen van de kenmerken ervan. Misschien kan deze situatie worden toegeschreven aan het ontbreken van duidelijke scheidslijnen tussen herdershonden: elk land verkiest zijn eigen variëteit. De tweede reden is verbergen, waarschijnlijk in de onooglijke vorm van een hond. De herder (Gollan Sheepdog) was uitsluitend een werkhond en de selectiecriteria waren geen externe (externe) kwaliteiten, maar werknemers. Zuiverheid van bloed was het tweede punt.
Er wordt aangenomen dat de huidige vorm van de NederlandersShepherd begon pas in het begin van de 18e eeuw te verwerven. Hoewel de beschrijvingen van deze hond veel voorkomen in documenten die al veel eerder dateren. Sommige mensen noemen de voorloper van de Belgische herder Herder, anderen - de Duitse herder. In elk geval houden beide rassen rechtstreeks verband met de vorming van de Nederlandse Herdershond.
Op tentoonstellingen werd de herder vermeld als "lokaalHerder "of" lokaal ras. Het spreekt ook over de lage prevalentie van het ras. De erkende naam Nederlandse herdershond ontving in 1878. Het was geen kwestie van enige norm tot 1935. Dat was toen de kwestie van de uiterlijke en werkende kwaliteiten aan de orde werd gesteld. Maar de officiële standaard die werd aangenomen door de hondenorganisatie FCI werd pas in 1960 goedgekeurd.
Verrassend, sinds de jaren zestig van het verledeneeuw is de situatie met het ras niet veranderd. Hoe vaak is de Nederlandse herder tegenwoordig? Puppy's van dit ras blijven het vaakst in het land en gaan zelden naar het buitenland. Dat is de reden waarom we zo weinig kwekerijen hebben die te maken hebben met herders.
Begrijp waarom het ras nog niet heeft genomenwaardige positie in de wereld van werkhonden, onmogelijk. In de afgelopen decennia hebben de herders een nobelere uitstraling gekregen, en wat betreft arbeidskwaliteit en uithoudingsvermogen kunnen ze de Duitse herders zelfs een kans geven.
De Nederlandse Herdershond wordt beschouwd als een landelijke hond.Herdera's zijn zeer actief en winterhard. Ze zijn loyaal, kalm, aanhankelijk met kinderen. Zeer gehecht aan de eigenaars. In relatie tot andere honden kan agressief zijn.
De Nederlandse Herder is in wezen een bewaker,het is echter geweldig om in politie en leger te werken. Herder is een geweldige keuze voor sportfans met een hond. Deze hond kan een metgezel, een bewaker, een herder en een gids zijn. Bijna universeel. Goed opgeleid.
Een lange, niet massieve kop die een beetje isgroter bij honden met ruw haar, met een milde overgang naar de snuit. Niet-convex voorhoofd. Het pariëtale deel is iets korter dan de snuit zelf. De ogen zijn amandelvormig, middelgroot, bij voorkeur donker. Kleine oren moeten in een staande positie staan. Zinkt "look" naar voren. Oren zijn driehoekig, ronding van toppen is onaanvaardbaar. De behuizing is vrij sterk, proportioneel gevouwen. Ribben licht gewelfd. Borst diep. Nek zonder zichtbare keelhuid. Rechte rug is kort, krachtig, met een goede sterke lende. Ledematen gespierd. De ruggengraat is sterk. Poten afgerond, gewelfd, altijd verzameld in een brok. Laxiteit van polsen is niet welkom. Klauwkussentjes moeten zwart zijn. De laag aangehouden staart hangt losjes (aan het einde is een lichte bocht) en raakt de spronggewrichten aan (als de hond niet enthousiast is), kan deze in beweging komen.
Het meest voorkomende type herders is een kortharige, die een vrij dikke ondervacht heeft. Er zijn "staartveer", "kraag", "broek".
De tweede soort heeft een lange maar strakke soortaangrenzende, dikke en rechte vacht. Golven en curiteit zijn niet welkom. In het soort draadhaar is het haar van de bewaker hard, draadachtig, losjes passend. De ondervacht is ruig. Achtergrondkleur van haarloze honden is grijsblauw of zogenaamd "peper-zout". Wreedheid, hetzij goud of zilver. Bij andere soorten is de hoofdkleur bruin of grijs, met verticale strepen. Zwart masker is welkom. Volwassen mannetjes tot 62 cm, vrouwtjes - tot 60 cm.
In de voedselherder (Nederlandse herder)pretentieloos, maar zoals elke hond moet een voldoende hoeveelheid niet alleen vlees krijgen, maar ook vitamines met mineralen. De Nederlander heeft al eeuwenlang een verharde immuniteit, maar dit sluit het verplichte reguliere veterinaire onderzoek en de vaccinaties niet uit.
De hond moet regelmatig worden gekamd (minstens één keer per week en dagelijks - bij vervelling). Haircut is gecontra-indiceerd.
De inhoud die de voorkeur heeft, is geborgen.Leefruimte moet worden doordacht. Cabine geïsoleerd, zonder tocht. Betonnen (cement) vloeren in de volière zijn niet toegestaan. Ongewenste locatie in de zon (ideaal - 50x50).
Vereiste dagelijkse oefening (lange wandelingen).