Elk jaar, 9 mei, miljoenen Russen met tranenvreugden kijken naar de Victory Parade. Deze dag is bijna zeventig jaar geleden een nationale feestdag geworden. Uiteindelijk werd de overgave van Duitse troepen ondertekend op 8 mei 1945. Op de ochtend van 9 mei klonk er vuurwerk in Moskou. Dertig volleys van honderd kanonnen markeerden de grote overwinning. Op 24 mei kondigde de Supreme Commander een beslissing aan om de Victory Parade op het Rode Plein, op het hoofdplein van het land, te houden.
G. K.Zhukov deed niet alleen het "examen" van de deelnemers, maar ook de Victory Parade van 1945 in plaats van de Opperbevelhebber I.V. Stalin. En maarschalk K.K. Rokossovsky beval hen. Samen reden ze op witte en zwarte paarden op het Rode Plein. Het oppakken van een paard was trouwens niet zo eenvoudig voor Zhukov. Sneeuwwitje Idool, een paard van het Terek-ras, was geen beginneling in dergelijke zaken. Hij nam deel aan de parade op 7 november 1941. Maar het gebeurde zo dat de repetitie van de Victory Parade hem niet voorbijging. Hij werd geleerd om op het juiste moment te stoppen, gewend aan tanks, volleys van geweren, geschreeuw, zodat hij op het cruciale moment niet bang was. Het idool stelde niet teleur.
Deze dag bedierf het weer niet, het gootregen, dus ik moest de luchtdemonstraties en de demonstratie van burgers annuleren. Maar dit alles kon de plechtigheid van het moment en de vreugde van allen die zich op het plein hadden verzameld niet overschaduwen. Victory Parade vond plaats. Gecombineerde regimenten marcheerden over het Rode Plein, een gecombineerd orkest speelde een speciale mars voor elk van hen, 200 vijandelijke vaandels werden op een speciaal voetstuk bij het Mausoleum gegooid als een teken van overwinning op fascistisch Duitsland, en de heldhaftige hondensapper Dzhulbars, op Stalins persoonlijke volgorde, werd op zijn tuniek gedragen.
Nu wordt de Victory Parade elk jaar in elke stad gehouden als eerbetoon aan de gevallen helden en als een teken van respect voor de overlevenden, als dank aan degenen die voor hun land hebben gevochten.