De term evolutie wordt meestal geassocieerd met een naamCharles Darwin. De vraag naar de oorsprong en ontwikkeling van het leven op aarde baarde de denkers zelfs in de oudheid zorgen. Een van de eerste wetenschappers die probeerde de evolutietheorie te formuleren was Lamarck. De biografie van de wetenschapper bevat veel andere interessante feiten. We zullen hier meer over praten in het artikel.
In 1744 werd Jean Lamarck geboren in de stad Bazant.Hoewel zijn familie afstamt van een adellijke aristocratische familie, was hij arm. Bij gebrek aan geld stuurden de ouders hun zoon om te studeren aan een jezuïetencollege. Hij zou priester worden. Niemand vermoedde wat Lamarck later zou worden.
De biografie van een toekomstige wetenschapper veranderde in een anderekanaal na de dood van zijn vader. Hij stopte met studeren en ging naar het leger. Op 23-jarige leeftijd werd hij officier. In 1772 verlaat Jean Baptiste Lamarck de dienst en gaat hij naar de medische school in Parijs. In Parijs ontdekt hij plantkunde en uiteindelijk zoölogie.
Dankzij doorzettingsvermogen en talent is hij erin geslaagdmaak jezelf bekend in de wetenschap. De faam wordt hem bezorgd door een driedelige collectie over de classificatie van planten in Frankrijk. Daarna werkt hij aan een plantencollectie voor de Royal Botanic Garden. In 1783 werd hij lid van de Parijse Academie van Wetenschappen.
Na de uitgave van de collectie "French Flora" in 1778Jean Baptiste wordt een van de meest vooraanstaande botanici van zijn tijd. Het boek bevatte speciale dichotome definities voor een gemakkelijke zoektocht naar planten die in onze tijd worden gebruikt.
Al op redelijk volwassen leeftijd verandert een wetenschapperprofiel van het wetenschappelijke veld. Hij wordt professor aan het Natuurhistorisch Museum, waar hij zoölogie gaat doceren. Lamarck besteedt op dit moment speciale aandacht aan micro-organismen, insecten en wormen.
Hij bestudeert zorgvuldig hun aard en introduceert de term“Invertebrates” en verdeelt ze in tien klassen, hoewel er daarvoor maar twee werden onderscheiden. In 1822 verscheen het zevende deel van zijn boek, The Natural History of Invertebrates, waarin hij al zijn waarnemingen deed.
Dit zijn natuurlijk niet alle verdiensten die zich onderscheiden.Lamarck. De biografie van deze natuuronderzoeker, botanicus en zoöloog heeft nog enkele andere noemenswaardige punten. Samen met de Duitse onderzoeker Gottfried Treviranus introduceert hij de moderne betekenis van de term "biologie". Lamarck maakt ook boeken over atmosferische en fysische verschijnselen, hydrogeologie en bewuste menselijke activiteiten.
Zijn belangrijkste werk, The Philosophy of Zoology, JeanBaptiste Lamarck publiceert in 1809. Daarin presenteert de wetenschapper een holistische en gestructureerde theorie over de evolutie van levende wezens. Volgens hem kwam het primitieve leven voort uit anorganische materie en begon het vervolgens een snelle ontwikkeling.
Hij wees de standvastigheid van soorten af, in de overtuiging datelk van hen heeft de neiging te veranderen. Naar zijn mening ontwikkelt elk organisme zich van eenvoudig tot complex en beweegt het zich langs de "stappen" van evolutie van ciliaten naar zoogdieren. Binnen elke stap worden weer verschillen en takken gevormd, die zich manifesteren als geslachten en soorten.
In zijn theorie identificeerde hij twee basiswetten:
Lamarck was van mening dat planten en dieren veranderenonder invloed van de omgeving. Om zich aan te passen aan het klimaat, de bodem, de wijze van voedselproductie, enz. Oefenen levende organismen al dan niet bepaalde organen uit (al dan niet gebruiken). Tijdens dit proces kunnen organen het uiterlijk en de functies veranderen en deze veranderingen worden doorgegeven aan nakomelingen. Als voorbeelden noemde hij de verlenging van de nek van een giraf en de verwerving door moedervlekken.
De opvattingen van Lamarck veroorzaakten veel controverse endubbelzinnige verklaringen. Zijn veronderstelling over de variabiliteit van biologische soorten en hun geleidelijke complicatie wordt nu door de wetenschap ondersteund. Hij had ook gedeeltelijk gelijk bij het formuleren van een wet over orgaanoefening.
Er zijn echter onjuiste bepalingen van de theorieevolutie van Lamarck. De moderne wetenschap heeft zijn bewering weerlegd dat het leven blijft voortkomen uit een anorganische omgeving. Hij heeft ook een fout gemaakt bij het vaststellen van de oorzaken en principes van overerving. Lamarck geloofde dus dat alle levende wezens veranderen als gevolg van zijn aangeboren verlangen naar perfectie, en verworven eigenschappen worden zeker geërfd door het nageslacht.
De experimenten van August Weisman weerlegden dit.De wetenschapper sneed de staarten van muizen af en bekeek ze twintig generaties lang. De veranderingen hadden geen gevolgen voor de nakomelingen. Later werd geconcludeerd dat een nieuwe kwaliteit alleen wordt geërfd als deze het gevolg is van een genetische mutatie.