Sinds de oudheid hebben mensen geprobeerd rond te makenzelf is de wereld mooier. Daarom sierden ze alles om hen heen: de muren van de woningen, kleding, huishoudelijke artikelen. De eenvoudigste waren de patronen op de borden, bestaande uit herhalende geometrische vormen, segmenten, stippen. Geleidelijk begonnen plantelementen symbolisch dicht bij geometrische elementen in de ornamenten te verweven.
Ornamenten zijn tekeningen waarin men(hoofd) deel wordt herhaald. Patronen op borden hebben meestal ornamenten in een strook die kannen, glazen, vazen omringen of de randen van borden, schotels, dienbladen, kommen, potten en ander keukengerei omcirkelen.
Tegenwoordig is de kunst van het decoreren van gerechten echter opgedokenver vooruit. Kunstenaars die borden en diensten schilderen, willen niet langer beperkt blijven tot geometrische ornamenten. Zo'n techniek als bas-reliëfs, bij het decoreren van gerechten, wordt samen met patronen in een strook gebruikt. Zo wordt duidelijk dat de patronen op de borden niet alleen door verf worden gemaakt.
Iedereen kent de "Shepherdess" koffiesets,beschilderd met plotfoto's van een romantische date tussen een edelman en een jonge cowgirl - elk item is anders geverfd dan de andere, en illustreert een van de plot van de ontmoeting. Patronen op de borden "Herderin" in de vorm van een geometrisch ornament zijn alleen te zien aan de randen van de kop en schotels. Deze manier van schilderen wordt tegenwoordig door veel bedrijven gebruikt, bekend om moderne merken die gerechten maken.
Tegenwoordig wordt het curriculum vaak gebruikteen trainingsmethode zoals opstellen. Zo krijgen tweedeklassers in een wiskundeles het volgende project aangeboden: “Patronen op schalen en ornamenten: vorm, afwisseling van elementen, de regel van hun rangschikking na elkaar”.
Eerst moet de student de woorden "patroon", "ornament", "geometrische vormen", "bas-reliëf" definiëren. Vervolgens wordt uitgelegd wat ornamenten kunnen zijn.
Kinderen schetsen het materiaal verder en onderscheiden patronen vancombinaties van stippen en effen, zigzag of kronkelende lijnen. Door bepaalde patronen op gerechten te beschrijven, waarvan foto's in het project worden verstrekt, merkt het kind op of ze zijn gemaakt met verf of het uiterlijk hebben van een bas-reliëf.
Je kunt ook een masterclass opnemen opgerechten versieren met een geometrisch ornament. Hiervoor heb je een camera en didactisch materiaal nodig: een papieren cirkel die een bord imiteert, en veelkleurige geometrische vormen: cirkels, driehoeken, ruiten, vierkanten.
- 1 foto moet al het materiaal bevatten dat op het werk is voorbereid.
- 2 foto's - de eerste stap, bijvoorbeeld het plakken van diamanten op een bord op dezelfde afstand van elkaar.
- 3 foto's - de tweede stap, bijvoorbeeld de locatie tussen de ruiten van de cirkels.
- 4 foto's - de derde stap, waarbij de verdeling wordt gemaakt tussen de cirkels van driehoeken.
- 5 foto's kunnen de laatste zijn, waarop het eindproduct wordt vastgelegd - een afgewerkt versierd bord.
Aangezien de patronen op de schalen de vorm kunnen hebben van ononderbroken lijnen (recht, gegolfd of zigzaggen), is het passend om deze methode van schilderen in de masterclass te gebruiken.
Onder elke foto in de masterclass moet je een volledige beschrijving geven van de uitgevoerde actie.