Het echte contract in Romeins recht iseen overeenkomst bij het sluiten waarvan een van de partijen een bepaalde zaak aan de ander heeft overgedragen. Tot op zekere hoogte was deze specifieke vorm van het contract een garantie - verplichtingen ontstonden pas toen het eigendom van links naar rechts ging.
In tegenstelling tot eenvoudige informele overeenkomsten,een echt contract is geen abstract pact. De overeenkomst komt tot stand indien er een bepaalde reden is, en voorziet in de verplichting voor een persoon om eerder door hem ontvangen eigendommen van een andere persoon terug te geven.
Onderpand, bagage, lening, lening - dit zijn allemaal echte contracten.
De meest voorkomende was een lening.Deze overeenkomst was een eenzijdige verplichting. In overeenstemming daarmee werd een geldsom of iets naar een kant overgemaakt, die deze partij na een bepaalde tijd beloofde terug te geven. Deze verplichting is pas van kracht geworden vanaf het moment van eigendomsoverdracht na de overeenkomst. Daarnaast was de overeenkomst tussen partijen een integrale voorwaarde voor het opstellen van de overeenkomst (zonder overeenkomst is er geen overeenkomst).
De lening omvatte de eigendomsoverdracht van de kredietgever aan de schuldenaar. Dit gaf laatstgenoemde het recht om, na eigenaar te zijn geworden van het overgedragen eigendom, naar eigen goeddunken te beschikken.
De lening, als een echt contract, verstrektspecifieke termijnen voor het nakomen van verplichtingen. Daarnaast kon het contract op eerste verzoek van de schuldeiser worden beëindigd. De lening was dus exclusief rente over het overgemaakte bedrag. Deze praktijk was echter vrij gebruikelijk en was een mondelinge overeenkomst over interesse. Zo werd in het tijdperk van Justinianus bijvoorbeeld een maximale rente van 6% per jaar gehanteerd. Ook bij een achterstallige verplichting werd het systeem van renteopbouw toegepast.
Заем наделял большей юридической силой кредитора.Tegelijkertijd was de lener feitelijk afhankelijk van de geldschieter. Omdat het eerste geld nodig had, kon het tweede de voorwaarden dicteren. Het leensysteem had enkele kenmerken. Zo zou de schuldeiser de schuldenaar bijvoorbeeld kunnen gelasten geld aan een derde te betalen. In dit geval wordt de laatste de schuldenaar van de eerste.
Een echt contract dat royaltyvrij inhieldde overdracht voor tijdelijk gebruik van de ene persoon naar de andere werd een lening genoemd. Het belangrijkste verschil tussen deze overeenkomst en de lening was de kosteloosheid. In dit geval was de verplichting gebaseerd op de vriendschappelijke betrekkingen van de partijen.
Een lening is een echt bilateraal contract.Volgens de voorwaarden van deze overeenkomst had de lener het recht om kosten terug te vorderen die verband houden met de verbetering of het onderhoud van het overgenomen onroerend goed. Dit had kunnen gebeuren door een tegenvordering in te stellen. Tegelijkertijd kan de persoon die het ding heeft overgedragen (de geldschieter) de teruggave van het onroerend goed eerder dan de in de overeenkomst gestelde termijn eisen.
De leningsverplichtingen werden beëindigd vanaf het moment dat de lener het aan hem overgedragen eigendom terugbezorgde.
Een echt verdrag in Romeins recht werd overwogen enopslagovereenkomst (bagage). Dit contract omvatte een bilaterale verbintenis. Het veronderstelde de overdracht van roerende goederen voor opslag met de vaststelling van een periode of op aanvraag. Na het verstrijken van de in de overeenkomst vermelde periode, werd het artikel teruggegeven aan de eigenaar.
Volgens deze overeenkomst accepteren voor opslagde persoon maakte geen gebruik van het eigendom, maar voerde alleen het onderhoud uit en zorgde voor de veiligheid ervan. In de regel was een individueel gedefinieerd ding het onderwerp van een overeenkomst.
De opslagovereenkomst was gebaseerd op vriendschappelijkrelatie en was gratis. Met behulp van een claim zou de persoon die het goed voor opslag accepteerde echter verliezen kunnen verhalen op de bewaargever, als deze de eerste schade veroorzaakte door een "item van lage kwaliteit" te deponeren. Wegens de zinloosheid van de overeenkomst was de bagage-acceptant niet verantwoordelijk voor onvoldoende zorgvuldige opslag van de zaak. Tegelijkertijd was hij verplicht geen opzettelijke schade aan te richten en onzorgvuldige opslag van eigendommen niet toe te staan.